Lot Essay
De pakhuizen op dit schilderij liggen aan de Uilenburgergracht in de buurt direct achter de Oude Schans op het eiland Uilenburg. Niet aan de zijde van de Oude Schans tegenover de Montelbaanstoren, maar aan de andere zijde van het eiland vlakbij de Peperbrug over de Rapenburgwal.
De eilanden Uilenburg en Marken (of Valkenburg) werden in 1593 ten oosten van de Oude Schans aangelegd en waren bestemd voor industriële activiteiten. De kleine eilanden bestonden dan ook grotendeels uit pakhuizen. Aan het eind van de 17de eeuw werden Uilenburg en Marken tevens gebruikt als woongebied waar vooral veel Joden zich vestigden. De woonsituatie rond 1900 was hier slecht. De erbarmelijke woonomstandigheden op het verpauperde eiland Uilenburg vroegen om rigoureuze verbeteringen. In 1911 kwam een uitgebreid saneringsplan tot stand dat een einde moest maken aan de ellende in deze krottenwijk.
De situatie zoals Willem Witsen op dit doek heeft vastgelegd, betrof het Uilenburg van voor de sanering. Mogelijk dateert dit schilderij uit de periode 1911-1912. De oude pakhuizen aan de oneven zijde van de Uilenburgerstraat bleven behouden en een deel van deze historische panden heeft Witsen op dit schilderij weergegeven. Uiterst rechts is een fragment te zien van het pakhuis D'Witte Leeuw (Uilenburgerstraat 3). Deze koffiepellerij brandde in 1929 volledig af. De pakhuizen links op het schilderij dateren uit de tweede helft van de 17de eeuw en dragen namen van steden die aan de Rijn liggen. Deze pakhuizen worden ook wel de Rhijnuil-pakhuizen genoemd (Uilenburgerstraat 13 t/m 23). De op het schilderij afgebeelde pakhuizen dragen de namen (van rechts naar links) De stat Colln, De stat Koblenz en De stat Maintz.
Witsen heeft deze compositie met pakhuizen aan de Uilenburgergracht vaker gebruikt. Of hij deze compositie nu wel of niet vanaf het water op zijn atelierboot heeft vervaardigd, kan niet met zekerheid gezegd worden. Een argument voor totstandkoming op het water is het feit dat Witsen de etsen Uilenburg II (1911) en Uilenburg III (1912) wel vanuit zijn varend atelier heeft gemaakt. Om de voorstelling op deze etsen vast te leggen (het gezicht op de Rapenburgwal met brug en Montelbaanstoren, tevens met het pakhuis op de hoek van de Uilenburgergracht) heeft hij zijn atelierboot op dezelfde plek gelegd, vanwaar hij ook deze pakhuizen kon zien. Witsen zag dit tafereel vanaf het water in de hoek Rapenburgwal-Uilenburgergracht. Dit zou eveneens wijzen op de datering rond 1911-12, dezelfde als de etsen.
De koper van dit lot dient rekening te houden met het in bruikleen geven van dit lot tot aan het einde van de tentoonstelling in het Dordrechts Museum.
De eilanden Uilenburg en Marken (of Valkenburg) werden in 1593 ten oosten van de Oude Schans aangelegd en waren bestemd voor industriële activiteiten. De kleine eilanden bestonden dan ook grotendeels uit pakhuizen. Aan het eind van de 17de eeuw werden Uilenburg en Marken tevens gebruikt als woongebied waar vooral veel Joden zich vestigden. De woonsituatie rond 1900 was hier slecht. De erbarmelijke woonomstandigheden op het verpauperde eiland Uilenburg vroegen om rigoureuze verbeteringen. In 1911 kwam een uitgebreid saneringsplan tot stand dat een einde moest maken aan de ellende in deze krottenwijk.
De situatie zoals Willem Witsen op dit doek heeft vastgelegd, betrof het Uilenburg van voor de sanering. Mogelijk dateert dit schilderij uit de periode 1911-1912. De oude pakhuizen aan de oneven zijde van de Uilenburgerstraat bleven behouden en een deel van deze historische panden heeft Witsen op dit schilderij weergegeven. Uiterst rechts is een fragment te zien van het pakhuis D'Witte Leeuw (Uilenburgerstraat 3). Deze koffiepellerij brandde in 1929 volledig af. De pakhuizen links op het schilderij dateren uit de tweede helft van de 17de eeuw en dragen namen van steden die aan de Rijn liggen. Deze pakhuizen worden ook wel de Rhijnuil-pakhuizen genoemd (Uilenburgerstraat 13 t/m 23). De op het schilderij afgebeelde pakhuizen dragen de namen (van rechts naar links) De stat Colln, De stat Koblenz en De stat Maintz.
Witsen heeft deze compositie met pakhuizen aan de Uilenburgergracht vaker gebruikt. Of hij deze compositie nu wel of niet vanaf het water op zijn atelierboot heeft vervaardigd, kan niet met zekerheid gezegd worden. Een argument voor totstandkoming op het water is het feit dat Witsen de etsen Uilenburg II (1911) en Uilenburg III (1912) wel vanuit zijn varend atelier heeft gemaakt. Om de voorstelling op deze etsen vast te leggen (het gezicht op de Rapenburgwal met brug en Montelbaanstoren, tevens met het pakhuis op de hoek van de Uilenburgergracht) heeft hij zijn atelierboot op dezelfde plek gelegd, vanwaar hij ook deze pakhuizen kon zien. Witsen zag dit tafereel vanaf het water in de hoek Rapenburgwal-Uilenburgergracht. Dit zou eveneens wijzen op de datering rond 1911-12, dezelfde als de etsen.
De koper van dit lot dient rekening te houden met het in bruikleen geven van dit lot tot aan het einde van de tentoonstelling in het Dordrechts Museum.