Lot Essay
Breitner schilderde dit besneeuwde winterse Amsterdamse stadsgezicht omstreeks 1889-1890. De achtergrond laat een rij huizen aan de Prinsengracht zien en het begin van een kleinere zijgracht. Het huidige schilderij vertoont èèn van de meest geliefde onderwerpen van Breitner. Straten en grachten werden door Breitner altijd zeer levendig op het doek vastgelegd. Het was met name de gewone werkende mens, zoals dienstbodes, toevallige voorbijgangers en knechten tijdens hun werk, die hem interesseerde.
De compositie met een sleperskar op een brug als hoofdmotief op de voorgrond komt verschillende malen voor in Breitners oeuvre, zowel in olieverf als in aquarel. In het Dordrechts Museum bevindt zich een groot olieverfschilderij met een vergelijkbare voorstelling Sleperswagen in de sneeuw uit 1893 (doek, 100 x 152 cm.). De hoge kar, eveneens bespannen met een dekzeil, wordt in dit geval echter door drie paarden in het gure weer over de besneeuwde brug getrokken. Bij bijna alle exemplaren van deze sleperskar op de Prinsengracht verwijst de titel hetzij naar het weertype, de sneeuw, hetzij naar de locatie waar het tafereel zich afspeelde. Zelfs als de huizen niet goed zichtbaar zijn (bijvoorbeeld op het schilderij in het Dordrechts Museum) wordt steeds vermeld dat het gaat om de Prinsengracht bij de Westermarkt. Daar de Westerkerk op geen van de werken zichtbaar is, gaat het niet om de zijde van de Westermarkt, maar om de andere kant van de Prinsengracht waar zich regelmatig bruggen over zijgrachtjes bevinden. Dit tafereel schilderde Breitner toch op enige afstand van de Westermarkt.
In het Gemeentearchief te Amsterdam bevindt zich een aquarel met een zeer vergelijkbare compositie, waarbij geschreven stond dat het pand op de achtergrond Prinsengracht 254 is. Dit huis ligt op de hoek van de Lauriergracht. (Op het schilderij is dit de linkerhoek.) Vermoedelijk is op de achtergrond van dit schilderij het begin van de Lauriergracht te zien. Op deze gracht heeft Breitner eveneens een aantal jaren gewoond tussen 1893-1899.
De compositie met een sleperskar op een brug als hoofdmotief op de voorgrond komt verschillende malen voor in Breitners oeuvre, zowel in olieverf als in aquarel. In het Dordrechts Museum bevindt zich een groot olieverfschilderij met een vergelijkbare voorstelling Sleperswagen in de sneeuw uit 1893 (doek, 100 x 152 cm.). De hoge kar, eveneens bespannen met een dekzeil, wordt in dit geval echter door drie paarden in het gure weer over de besneeuwde brug getrokken. Bij bijna alle exemplaren van deze sleperskar op de Prinsengracht verwijst de titel hetzij naar het weertype, de sneeuw, hetzij naar de locatie waar het tafereel zich afspeelde. Zelfs als de huizen niet goed zichtbaar zijn (bijvoorbeeld op het schilderij in het Dordrechts Museum) wordt steeds vermeld dat het gaat om de Prinsengracht bij de Westermarkt. Daar de Westerkerk op geen van de werken zichtbaar is, gaat het niet om de zijde van de Westermarkt, maar om de andere kant van de Prinsengracht waar zich regelmatig bruggen over zijgrachtjes bevinden. Dit tafereel schilderde Breitner toch op enige afstand van de Westermarkt.
In het Gemeentearchief te Amsterdam bevindt zich een aquarel met een zeer vergelijkbare compositie, waarbij geschreven stond dat het pand op de achtergrond Prinsengracht 254 is. Dit huis ligt op de hoek van de Lauriergracht. (Op het schilderij is dit de linkerhoek.) Vermoedelijk is op de achtergrond van dit schilderij het begin van de Lauriergracht te zien. Op deze gracht heeft Breitner eveneens een aantal jaren gewoond tussen 1893-1899.