The following five lots will first be offered separately and afterwards they will be offered as a set of five in one lot. Willem van Konijnenburg (1868-1943) was one of the most distinguished and authorative artists in the first half of this century in the Netherlands. He was widely admired by the public in the interbellum. His work is a result of excellent painting combined with difficult aesthetic, symbolic and mathematic theories. He tried to give his art a thorough base by publishing his theories in writings such as Het wezen der Schoonheid (The essence of beauty) and De waarden der impressionistische schilderkunst (The value of Impressionist art), both in 1908. In the first writing, he gave a mathematical ordination, which is the foundation of all beauty in art, according to Van Konijnenburg(...) "De Tentoonstelling van de Hollandsche Teekenmaatschappij in Pulchri, 1919" Van Konijnenburg maakte na 1917 ook een tweetal reeksen van werken met vergelijkbare onderwerpen: een reeks van dansen uit 1917-1919: De dans der jonkheid uit 1917, Rituele Dans, De dans van het noodlot (Predestinatie) beide uit 1918, Fatalisme, vermoedelijk ook uit 1918, Heksendans en Krijgsdans, beide uit 1919 (afb. 127-131), en een reeks daarmee verwante anatomische tekeningen (198-1919, afb. 132-136). De twee reeksen werden getoond op de tentoonstelling van de Hollandsche Teekenmaatschappij, die in september 1919 in Pulchri Studio werd gehouden. (..) Hoewel er van meer kunstenaars tekeningen te zien waren, domineerden Van Konijnenburg en Jan Toorop (1858-1928) in de zalen van Pulchri. G. Knuttel besprak de tentoongestelde werken van Van Konijnenburg en Toorop geëxalteerd in Elsevier's Geïllustreerd maandschrift. Over de Dans der jonkheid heeft hij het volgende geschreven: "twee nog zeer jeugdige gestalten dansen afgemeten en strakke, koel sensuele tango, in wijd gespreide zeer ijle gewaden en de uitdrukking van hunne gezichten verraadt het opstijgen der lusten, waarvan het verstand nog geen bewustheid heeft. Hun sluike leden heffen en buigen, strekten zich eenparig op een zelfde rythme". Van Konijnenburg wist waarover hij het had toen hij deze dansen schilderde. Hij was zelf een verwoed danser. Chris de Moor maakten de voor de hand liggende vergelijking met Piet Mondriaan: "Mondriaan" en "Konijn" dansten beiden urenlang de tango, de een in Parijs, de ander in de House of Lords in Den Haag. Knuttel was vol lof over deze reeksen, die hij later nog een keer bij Van Kooten Kok terugzag: "Hij is thans ook eigenaar van de werken, die aanleiding tot dit artikel waren. (Op.cit. Mieke Rijnders p. 104-107) "In strijd maakt plaats voor de dans: zinnebeeld en afspiegeling van het gemoedsleven, het spel, als eeuwig symbool van de telkens terugkerende, maar episodische strijd, regels in rhytmische opeenvolging en abstracte vorm van het complex der gemoedsbewegingen, verwerking van het onbewuste. Steeds domineert de mathemische constructiefiguur. De normen zijn nadrukkelijk ingespant in het spel der lijnen; de figuren bewegen zich, marionetten op een instinctieve drang; telkens een andere vorm van extase: de jonge liefde in statig schrijden, godsdienstige roes in het hoekig scherp gecadanseerd ritueel dansen, wrede verzoening in het wellustige, een bezeten gevangene van de Krijgsdans, uitzinnig en verbijsterd is wild bewogen heksendans, smartelijk en tijdelijk dof onder een zware noodlotsdoem, in de sonoor sombere tekening. Praedestinatie of Noodlotsdans. Naarmate de bewegingen heftiger zijn is de teekening en de lineaire constructie gecompliceerder."(Op.cit. Dr. G. Knuttel, p. 25, p. 37 (ill.))
Willem van Konijnenburg (1868-1943)

Details
Willem van Konijnenburg (1868-1943)

Krijgsdans

signed and dated lower right WvK 1919, black and coloured crayons on paper, in a contemporary frame designed by the artist
122 x 87 cm
Provenance
G.F.H. van Kooten Kok, The Hague
Literature
A. Plasschaert, "Willem van Konijnburg", Wendingen 1 en 2, 1921, p. 18 (ill.)
H. de Boer e.a., Willem van Konijnenburg, schilderijen en tekeningen in de verzameling G.F.H. van Kooten Kok, Vol II, The Hague 1929, p. 140 -142 (ill.)
Dr. G. Knuttel, Willem van Konijnenburg, Amsterdam 1941, p. 25, p. 37 (ill.)
Franz Oulberg, Willem van Konijnenburg, 1927/1928, p. 73, afb. 16, p. 76
Mieke Rijnders, Willem van Konijnenburg 1868-1943, The Hague, 1990, p. 104, p. 105 (ill. no. 131), colour illustration on the cover
Exhibited
The Hague, Pulchri Studio, Hollandsche Teekenmaatschappij, September 1919
Amsterdam, Maatschappij Arti & Amicitiae, H.P. Berlage, W.A. van Konijnenburg, R.W. Holand Holst, 1922, no. 5
The Hague, Pulchri Studio, Eeretentoonstelling Willem van Konijnenburg, February 1928, no. 13
Amsterdam, Stedelijk Museum, on loan, 1935, no. 135
Utrecht, Centraal Museum, Willem van Konijnenburg 1868-1943, 26 October - 2 December 1990
Assen, Drents Museum, Willem van Konijnenburg 1868-1943, 15 December 1990 - 11 February 1991
Amsterdam, Maatschappij Arti & Amicitiae, H.P. Berlage, W.A. van Konijnenburg, R.W. Roland Holst, no. 5

Lot Essay

See colour illustration

More from Modern & Contemporary Art

View All
View All