Burger CHRISTIAAN PHEETSOLT betekent voor Raad van Justitie, die optreedt in plaats van schepenen, schuldig te zijn aan burger luitenant JAN HENDRIK HOP op de som van twee duizend "Caabse guldens", die hij van deze geleend heeft tegen 6 rente. Als onderpand fungeren zijn huis en erf, gelegen in deze Tafelvalleij, die thans door hem bewoond wordt. Als borgen treden op de burgers CHRISTIAN RABE en PIETER KRETSZ. Gedaan ter Politicque Secretarije van Cabo de Goede Hoop, 4 juni 1735.

ANTHONIJ HOESEMANS, burger en inwoner alhier, betekent voor de raad van dit gouvernement, die optreedt in plaats van schepenen, dat hij schuldig is aan burgeres MARIA PIETERS een som van een duizend zevenhonderd en zesenzestig guldens Indische valuatie ter zake van de koop van een huis en erve, gelegen in deze Tafelvalleij in blok M.M. en aldaar no.5 en 6, nader beschreven in het transport dat tegelijkertijd plaatsvindt. Hoesemans zal dit bedrag aan MARIA PIETERS terugbetalen in twee termijnen, de eerste ten bedrage van f 833. - over een jaar' en het gelijke restant het jaar daarop. Als onderpand zal het verkochte huis dienen. Gedaan te Cabo de Goede Hoop op 29 mei 1715.